Toekenningen Nieuwe Makers bekend

17 december 2013
De besluiten van de tweede ronde van de regeling voor Nieuwe Makers zijn genomen en staan op onze website. Het aantal aanvragen was groter dan in de eerste ronde: er werden 59 aanvragen behandeld, waarvan er 8 zijn gehonoreerd. Tezamen met de besluiten uit de eerste ronde betekent dit dat er 17 beginnende professionele makers samen met hun partners aan de slag kunnen met een subsidie van het Fonds Podiumkunsten.
De regeling is nieuw, zowel voor het veld als voor het Fonds zelf, en het was vooraf moeilijk te voorspellen wat voor soort aanvragen er zouden komen en wat de kwaliteit daarvan zou zijn. Wij zijn echter tevreden over de uitkomsten in dit eerste jaar. Er zijn verschillende makers en manieren van talentontwikkeling gehonoreerd. Er zijn collectieven en individuele makers; makers in de eindfase van hun 'startersfase', die binnen het traject een laatste zetje krijgen naar zelfstandigheid; makers die juist aan het begin van hun professionele ontwikkeling staan en binnen een gezelschap kansen krijgen om mee te draaien en zelfstandig eerste producties te maken. Er zijn makers die zich volledig op het maken richten, en ook makers die daarnaast als uitvoerende actief blijven.

Daarmee sluit de regeling aan bij belangrijke kernwaarden van het beleid van het Fonds Podiumkunsten en bij de pijlers onder het succes en de reputatie van de Nederlandse podiumkunsten: dynamiek en pluriformiteit. De regeling blijkt ruimte te kunnen bieden aan veel verschillende makers, werkwijzen en trajecten. Dat ongeveer de helft van de gehonoreerde aanvragen van voormalige productiehuizen komt is daarbij geen verrassing: zij hebben de ervaring en de deskundigheid om beginnende professionals te ondersteunen. Daarnaast zijn er aanvragen van reguliere gezelschappen en van festivals gehonoreerd. Ook dat is geen verrassing. In de afgelopen jaren waren er naast de productiehuizen al andere organisaties die jonge makers ondersteunden, zoals Orkater, Oerol en Over 't IJ, Likeminds en ICKamsterdam. Een aantal van deze organisaties ontvangt hiervoor van het Fonds een innovatietoeslag bij hun meerjarige activiteitensubsidie.

Er waren bovendien in het verleden ook makers die via andere wegen of op eigen kracht hun posities hebben verworven of gecreëerd, zoals Circus Treurdier en Lotte de Beer. Voor deze makers kunnen de productiesubsidies een belangrijke steun zijn en we zien dan ook dat relatief beginnende makers hier goed terecht kunnen. Zo had het collectief Urland voordat zij een subsidie als nieuwe makers aanvroegen al een productiesubsidie ontvangen voor de productie Kwartet. En ook in de laatste projectenrondes zijn aanvragen van relatief beginnende makers als Emke Idema, BOG, Lonneke van Leth en Arno Schuitemaker gehonoreerd.

Dit alles betekent niet dat wij dus vinden dat het met de ondersteuning van beginnende professionele makers nu wel goed zit. Net als vele anderen vinden wij het belangrijk dat nieuwe makers in staat zijn om een goede start van hun professionele carrière te maken. Dat is natuurlijk belangrijk voor deze makers zelf, maar ook voor de organisaties waar zij mee samenwerken en de sector in zijn geheel: nieuwe makers brengen nieuwe ideeën, energie en dynamiek mee, en zij zoeken nadrukkelijk ruimte voor hun nieuwe (artistieke) experimenten en risico’s. In het zoeken naar nieuwe vormen, nieuw publiek en maatschappelijke verbindingen kunnen zij anderen inspireren.

In onze ogen zou de discussie over talentontwikkeling niet te snel moeten gaan over de manier waarop of vorm waarin de ondersteuning van beginnende makers gegoten moet worden. Het past bij de bestaande pluriformiteit in de Nederlandse podiumkunsten dat makers zich op verschillende manieren kunnen ontwikkelen. Bovendien zijn verschillende bredere ontwikkelingen of vragen nog niet goed te overzien. In wat voor samenleving en cultuursector zullen de beginnende makers van nu over pakweg 5 tot 10 jaar de toon moeten zetten? Hoe zal over onderwerpen als artistieke kwaliteit, maatschappelijke waarde en publiek worden gedacht? Wat voor werk of werkwijzen passen daarbij? Nieuwe makers mogen ruimte hebben om in deze ontwikkelingen hun eigen wegen te ontdekken, gesteund door makers en organisaties die daarvoor hun deskundigheid en netwerk kunnen inzetten.

Daarbij is het belangrijk om de komende tijd wel te blijven kijken naar de verschillende initiatieven en vormen die beginnende makers nu ter beschikking staan. Welke vormen zijn er, als we kijken naar bijvoorbeeld duur en omvang van trajecten, de doelstelling (productie of ontwikkeling) en de begeleiding? Welke makers of genres worden daarmee bereikt en voor welke makers werken bepaalde vormen goed? Maar ook: vallen er gaten voor makers of genres? Samen met het Ministerie van OCW bereiden wij een onderzoek voor waarin we vragen als deze zullen laten beantwoorden.

Bekijk de toekenningen Nieuwe Makers hier >
Foto: ©Doriene Marselje
Foto: ©Doriene Marselje
Beeld: ©RG-vc via Getty Images
Beeld: ©RG-vc via Getty Images
2P-project Anywhere The Wind Blows | Foto: © Peter Lodder
2P-project Anywhere The Wind Blows | Foto: © Peter Lodder
Van Doesburghuis | Foto: © Johannes Schwartz
Van Doesburghuis | Foto: © Johannes Schwartz