Effecten van de meerjarige activiteitensubsidie
Onderzoeksbureau APE heeft de meerjarige activiteitensubsidie 2013-2016 voor gezelschappen en festivals geëvalueerd. De onderzochte periode werd sterk bepaald door de economische crisis en de bezuinigingen op het cultuurbudget die daarvan het gevolg waren. De meeste aanvragers ervoeren desondanks voldoende ruimte om hun plannen uit te voeren en daarbij een ‘eigen koers te varen’. De doelstellingen en criteria van de regeling zijn volgens aanvragers relevant voor de ontwikkeling van de podiumkunsten in Nederland.
De subsidie stelde instellingen in staat om een hoog artistiek niveau te bereiken of vast te houden. Daarnaast gaf de subsidie financiële ruimte om te investeren in talent, decors en technische en artistieke innovaties. Aanvragers die geen meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten kregen, bezuinigden op de honoraria van medewerkers, het aantal en de omvang van producties en op de marketing.
Meer op eigen benen
Ondanks economische tegenwind is het instellingen relatief goed vergaan. De financiële gezondheid van instellingen is in de periode 2013-2016 verbeterd ten opzichte van 2009-2012. Ook de subsidieafhankelijkheid is afgenomen. Het aandeel eigen inkomsten ten opzichte van de totale baten steeg van 40 naar 46 procent. Het aandeel Fonds-subsidie daalde van 45 naar 32 procent.
Prestatieafspraken
Vanaf 2013 wordt de subsidiehoogte van gezelschappen berekend op basis van het aantal uitvoeringen. Het Fonds koos hiermee voor een eerlijke en transparante verdeling van rijksmiddelen. Historisch gegroeide verschillen in subsidiëring zijn daarmee komen te vervallen. De rechtvaardige verdeling wordt door aanvragers gewaardeerd. Tegelijkertijd heeft de rekenmethode volgens de onderzoekers geleid tot strategisch gedrag. Een deel van de gezelschappen was geneigd te kiezen voor meer toegankelijke, beter programmeerbare producties. Ook ervoer een aantal instellingen de prestatieafspraken als knellend.
Alle onderzoeken van het Fonds zijn te vinden onder het kopje Over het Fonds -> publicaties.

Fonds Podiumkunsten publiceert besluiten meerjarige subsidies 2021-2024
Het Fonds Podiumkunsten verstrekt vanaf 2021 aan 78 makers c.q. producerende instellingen en 58 festivals een meerjarige subsidie. Voor de producenten geldt dat van de 202 aanvragers slechts 39% wordt gehonoreerd. Bij de festivals ligt het percentage honoreringen een stuk hoger: vrijwel alle positief beoordeelde festivals krijgen een programmeringsbijdrage. Alle festivals die zijn voorgedragen voor een organisatiebijdrage, krijgen deze ook. Henriëtte Post, directeur-bestuurder: “Wij zijn er trots op dat we de gehonoreerde makers en instellingen in staat kunnen stellen de podiumkunsten te verrijken, maar we realiseren ons tegelijkertijd dat de uitkomsten voor velen een bittere pil zullen zijn.”

Jaarverslag 2019

Beleidsplan 2021 - 2024

Programmeringspraktijken podia onderzocht
CAOP adviseert Fonds Podiumkunsten over fair pay
Eerlijke beloning voor eerlijk werk, dat moet de norm zijn. Maar hoe komen we daar? En wie heeft welke rol? Het Fonds Podiumkunsten heeft daarover advies ingewonnen bij het kennis –en dienstencentrum CAOP. Het advies van het CAOP geeft inzicht in de verantwoordelijkheden van diverse partijen, waaronder instellingen, financiers en uitvoerenden. Het Fonds gebruikt het advies van het CAOP bij de voorbereidingen op de beleidsperiode 2021-2024.
Onderzoek naar podia: eerste resultaten
In aanloop naar de beleidsperiode 2021-2024 laat het Fonds Podiumkunsten onderzoek doen naar podia. De indruk is dat de programmering van podia niet voldoende ruimte kan bieden voor aanbod dat mede met landelijke subsidie tot stand komt. Maar klopt dit beeld? En als dit zo is, hoe kan het Fonds de balans tussen aanbod en afname dan verbeteren? Een cijfermatige analyse door HTH Research geeft een eerste beeld.

Hink/stap/sprong magazine

Jaarverslag 2018

Vijf jaar regeling nieuwe makers onderzocht
Ervaringen met honorariumrichtlijnen onderzocht
Welke ervaringen zijn er in de culturele en creatieve sector met honorariumrichtlijnen? Met deze vraag heeft onderzoeker Henk Vinken (HTH Research) een eerste rondgang gemaakt. Van auteurs tot componisten en van musici tot cultuureducatie zijn adviestarieven in omloop. In het kader van de Arbeidsmarktagenda Culturele en Creatieve Sector onderzoekt Henk Vinken of en hoe richtlijnen leiden tot betere uitbetaling van zelfstandigen.