Spreiding binnen de meerjarige subsidies van het Fonds Podiumkunsten

07 augustus 2020
Na het bekendmaken van de besluiten over de meerjarige aanvragen voor productie en festivals is veel gereageerd op de spreiding van de honoreringen over het land. Daarbij moet worden opgemerkt dat de criteria die het Fonds Podiumkunsten bij de beoordeling heeft gehanteerd, zijn vastgelegd in regelingen die door de minister van OCW op 5 november 2019 zijn goedgekeurd. Hoe is het Fonds omgegaan met de spreiding?
Spreiding is een belangrijk uitgangspunt in het cultuurbeleid. Waar het om de meerjarige subsidies gaat, krijgt dat uitgangspunt zijn vertaling op twee plekken: in de meerjarige cultuursubsidies van het Fonds Podiumkunsten en binnen de culturele basisinfrastructuur (BIS), waar de Raad voor Cultuur over adviseert. De verhouding tussen die twee samenhangende delen is met ingang van deze periode verschoven. Het Fonds heeft 15,8 miljoen minder te besteden voor meerjarige subsidies, dit bedrag is toegevoegd aan de BIS. Met deze verschuiving kan in de BIS een betere spreiding tot stand komen. Dat is voor het Fonds reden geweest de spreiding een minder grote nadruk te geven in de beoordeling. Daar tegenover staat dus een bredere spreiding over het land van de instellingen in de BIS. De Raad voor Cultuur schreef daarover in de inleiding bij hun adviezen: “Nu ons advies is afgerond zijn we blij dat in de komende periode veel nieuwe genres en instellingen hun entree in de BIS gaan maken en dat de BIS meer geografische spreiding krijgt dan ooit.”

Waarvoor zijn de meerjarige subsidies van het Fonds bedoeld?

Bij het Fonds Podiumkunsten staan de makers met een eigen artistieke signatuur centraal. Op die manier wordt ruimte gegeven aan ontwikkeling in de podiumkunsten. De makers die het Fonds subsidieert zijn wel ergens gevestigd, maar hebben, anders dan de instellingen in de BIS, over het algemeen geen typische lokale kleur.

Hecht het Fonds niet aan spreiding?
Het Fonds hecht wel degelijk aan spreiding, maar binnen het beschikbare budget voor meerjarige productieaanvragen is het lastig spreiding van standplaats te realiseren. In de praktijk komt het overgrote deel van de aanvragen uit de vier grote steden.
Bij de meerjarige festivalregeling is dat anders. Festivals zijn veel meer gespreid over het land en dat zien we terug in de uitkomsten. Bovendien is daar ook expliciet gekeken naar de lokale worteling van festivals en op welke manier ze bijdragen aan het ‘maakklimaat’ in hun omgeving. Door met ‘landsdeeladviseurs’ te werken kon dit alles inhoudelijk diepgaander worden beoordeeld.

Speelt spreiding dan geen enkele rol?

Het Fonds kent subsidie toe aan makers met een landelijke betekenis. Die blijkt onder andere uit het feit dat de gehonoreerden door podia en festivals uit het hele land geprogrammeerd worden.