Cultuur in Beeld 2017

06 november 2017
Cultuur in Beeld is er weer! De publicatie (deze keer alleen digitaal) biedt een overzicht van cijfers over de cultuursector en een duiding van belangrijke ontwikkelingen. Het is de laatste keer dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Cultuur in Beeld zelf uitgebracht. Vanaf volgend jaar stelt het SCP een ‘rapportage cultuur’ op.
De hoogtepunten uit het rapport uit de brief van minister Ingrid van Engelshoven:

Ontwikkelingen in aanbod en bezoek
Uit de publicatie Cultuur in Beeld blijkt dat het cultuurbereik onder de
Nederlandse bevolking onverminderd hoog is. Negen op de tien Nederlanders van zes jaar en ouder bezoeken jaarlijks ten minste één keer een culturele voorstelling, tentoonstelling, evenement of instelling.
Zowel het aanbod van cultuur als het bezoek neemt tussen 2009 en 2016 in de meeste cultuursectoren toe. Met name de museum- en de filmsector laten een flinke groei zien in het aantal bezoeken. In de podiumkunsten neemt het bezoek minder sterk toe dan het aanbod. Het bezoek per uitvoering neemt hierdoor af, zowel bij de podia als bij de producenten. Er zijn dus meer uitvoeringen nodig om hetzelfde aantal bezoekers te bereiken.

Spreiding van middelen en aanbod
De totale overheidsuitgaven aan cultuur bedragen in 2017 circa € 2,8 miljard. Hiervan nemen gemeenten met circa 61 procent het grootste deel voor hun rekening. Het aandeel van het rijk bedraagt ongeveer 29 procent en het aandeel van provincies 10 procent.

In de huidige subsidieperiode (2017-2020) is de omvang van de rijkssubsidie toegenomen ten opzichte van de periode ervoor (2013-2016). Er zijn meer instellingen die onderdeel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur (BIS) of subsidie krijgen van de cultuurfondsen. Het gemiddelde bedrag per instelling neemt echter af.

De instellingen zijn in deze periode meer gespreid over het land; het aandeel door het rijk gesubsidieerde instellingen dat in de G4 is gevestigd neemt licht af en het aandeel in de regio neemt toe. Dit laat onverlet dat het zwaartepunt van de subsidies in Amsterdam ligt. Dit komt onder meer doordat een aantal grote nationale instellingen met een groot (inter)nationaal bereik in de hoofdstad gevestigd is.

Spreiding is niet alleen te realiseren door spreiding in standplaats; gezelschappen voor podiumkunst reizen ook door het land met hun producties. De rijksgesubsidieerde gezelschappen speelden in de subsidieperiode 2013-2016 in 90 procent van de Nederlandse gemeenten.

Arbeidsmarkt en kunstvakonderwijs
Het Nederlandse kunstvakonderwijs is van hoog niveau en staat internationaal in aanzien. Studenten aan de kunstvakopleidingen zijn gemotiveerd en de opleidingen kennen weinig uitval. De werkloosheid onder afgestudeerden van het kunstvakonderwijs is in 2016 bijna gehalveerd ten opzichte van 2012. Met opleidingen voor gezondheidszorg en onderwijs behoort het kunstvakonderwijs tot de opleidingen met de laagste werkloosheid anderhalf jaar na afstuderen.

Het CBS heeft de afgelopen jaren periodiek onderzoek gedaan naar de inkomenspositie van kunstenaars. Hierbij wordt zowel gekeken naar kunstenaars als naar afgestudeerden aan creatieve opleidingen. Uit het meeste recente onderzoek van het CBS blijkt dat zowel bij kunstenaars als bij afgestudeerden van creatieve opleidingen de persoonlijke inkomens relatief laag zijn ten opzichte van andere beroepsgroepen.

Rapport Cultuur in Beeld 2017

Het aantal uitvoeringen van rijksgesubsidieerde gezelschappen per 10.000 inwoners per gemeente, 2013-2016.Bron: gegevensbank OCW
Het aantal uitvoeringen van rijksgesubsidieerde gezelschappen per 10.000 inwoners per gemeente, 2013-2016.Bron: gegevensbank OCW
Foto: ©Maarten Nauw, Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond
Foto: ©Maarten Nauw, Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond
Kalpanarts & Matangi - Breathe | Foto: © Bowie Verschuuren
Kalpanarts & Matangi - Breathe | Foto: © Bowie Verschuuren
Nieuws 14 maart 2024

Jaarverslag 2023

Foto: © Claudia Hansen
Foto: © Claudia Hansen